Reeds sedert 2021 dachten kerkfabriek, Stad Lommel en Erfgoed Lommel – in samenwerking met het Projectbureau Herbestemming Kerken – na over de eventuele herbestemming van de Sint-Jozefkerk van Lommel-Kolonie tot een Erfgoedhuis. Het monumentale kerkgebouw is immers een waardevol en beeldbepalend gebouw in het gehucht Kolonie en zou dus best voor de gemeenschap bewaard blijven.
Alhoewel er op dit ogenblik nog geen definitieve beslissing is genomen met betrekking tot deze herbestemming, heeft het stadsbestuur toch al de nodige budgetten voor het architectuurontwerp van de omvorming van de kerk tot Erfgoedhuis in de begroting voorzien, aldus schepen van Erfgoed, Karel Wieërs. Meer nog, de opdracht voor het architectuurontwerp werd door het stadsbestuur inmiddels toegewezen aan Architectuur Depot uit Maasmechelen. Tevens werden voor de studieopdracht architectuurontwerp ‘Sint-Jozefkerk Lommel-Kolonie wordt Erfgoedhuis’ subsidies aangevraagd bij de Provincie Limburg.
Schepen van Erfgoed, Karel Wieërs, was dan ook zeer tevreden toen hij vernam dat de bestendige deputatie van de provincie Limburg op 21 december 2023 besliste om – op advies van de Limburgse Commissie Onroerenderfgoedprojecten – een subsidie toe te kennen van 25.000 euro voor deze studieopdracht architectuurontwerp ‘Sint-Jozefkerk Lommel-Kolonie wordt Erfgoedhuis’.
Het juryverslag van de Limburgse Commissie Onroerenderfgoedprojecten is bijzonder lovend voor dit project: “De Commissie stelt dat het architectuurontwerp voor de bestemming als Erfgoedhuis leidt tot een mooi voorbeeld van de herbestemming binnen de erfgoedsfeer van een parochiekerk, die door de nieuwe bestemming een rol zal gaan spelen die verder reikt dan de lokale gemeenschap, namelijk de hele stad Lommel en de regio Bosland met inbegrip van het pas erkende Nationaal Park.”
Schepen Wieërs is zeer tevreden dat in de loop van 2024 het architectuurontwerp voor de herbestemming van de kerk zal kunnen worden voorgesteld. Het zal evenwel het nieuwe bestuur zijn dat in 2025 de definitieve beslissing tot herbestemming zal nemen.
Tijdens de 18e zitting van het Intergouvernementeel Comité voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed in Botswana, besliste UNESCO om traditionele irrigatie – ‘witteren’ – op de ‘Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid’ te plaatsen. “Een mooie bekroning van een intensief en internationaal traject”, zegt Chantal Bisschop, aanspreekpunt immaterieel erfgoed bij Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG). “Maar vooral een belangrijke erkenning van een duurzame, energieonafhankelijke en op biodiversiteit gerichte oplossing voor de watervoorziening in de landbouw.”
Traditionele irrigatie van grasland – in Vlaanderen ook wel ‘witteren’ genoemd – is een eeuwenoude landbouwtechniek, waarbij stromend water via sloten en greppels tot op het grasland wordt geleid. Witteraars gebruiken enkel de zwaartekracht en de natuurlijke stroming van het water, zonder inzet van pompsystemen. In grote delen van Europa werd grasland vanaf de vroege middeleeuwen tot diep in de twintigste eeuw op deze manier bevloeid, ook bij ons in België. Door het gebruik van kunstmest en door de opkomst van moderne landbouwmachines en -technieken verdwenen deze praktijken grotendeels.
Om de kennis en kunde over ‘witteren’ op internationaal vlak te borgen, werkten zeven landen samen aan een uitgebreid dossier tot erkenning. Beoefenaars uit België, Oostenrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Nederland en Zwitserland werden begeleid door experts, ngo’s, natuurparken en overheidsinstanties om hun aanvraag in te dienen bij het Intergouvernementeel Comité voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed. “En met succes”, reageert Chantal Bisschop. “Vanuit Vlaanderen werkten we met CAG intensief samen met de witteraars uit Lommel. Het is heel waardevol dat ook hun uitgebreide kennis, maar ook culturele betekenis en sociale praktijken die samenhangen met traditionele irrigatie, op internationaal niveau zichtbaar gemaakt worden.”
Ook Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon is lovend over de erkenning op UNESCO-niveau. “Hiermee zetten we de rijke diversiteit van ons immaterieel cultureel erfgoed wereldwijd in de schijnwerpers. De erkenning onderstreept het belang van samenwerking en kennisdeling. Daarnaast laat dit zien dat een hedendaags thema als duurzaamheid hand in hand kan gaan met erfgoed.”
Het ‘witteren’ is dus opgenomen op de ‘Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid’ van UNESCO. Dit nadat het in juli 2019 al op de Vlaamse Inventaris van Immaterieel Cultureel Erfgoed was geplaatst.
Erfgoed Lommel is bij beide trajecten (Vlaams en internationaal) betrokken geweest, vooral op inhoudelijk en logistiek vlak. Alle vergaderingen van de werkgroep – die bestond uit leden van Natuurpunt, Erfgoed en CAG Leuven – vonden plaats in wat nu Archeohuis De Kolonie is. We beheren ook de Facebookpagina ‘Lommel wittert! Rijke waters, golvend gras’ die handelt over de vloeiweiden en het ‘witteren’.
Na het overlijden van Albert Jansen heeft Erfgoed Lommel volledig de taak op zich genomen om het erfgoedaspect van het ‘witteren’ voor zijn rekening te nemen. Zo doet Erfgoed Lommel bijvoorbeeld de verplichte tweejaarlijkse rapportage m.b.t. de Vlaamse Inventaris en hebben we op onze Sharepoint-omgeving een gedeelde map met alle informatie en documentatie m.b.t. het ‘witteren’ en de Lommelse vloeiweiden.
De Stad Lommel restaureerde in 2021-2022 de sluizen 05 en 06 (Grote Fossé en Boerensloot) die cruciaal zijn voor het ‘witteren’. Bij dit dossier waren, naast Erfgoed Lommel, voor de Stad betrokken: Yvan Bynens, Valérie Persoons en Leon Craeghs. Leon en zijn zoon doen als stadsmedewerkers trouwens het onderhoud van de Watering en alle erin aanwezig kunstwerken. Hun werk is dus ook van groot belang voor het bevloeien door Natuurpunt.
Maar de grote eer komt natuurlijk Natuurpunt Lommel toe. Hun vrijwilligers zijn gestart met het in ere herstellen van de vloeiweiden, jaren geleden. Zij doen het onderhoud, bevloeien en hooien. Stad en Erfgoed Lommel zorgen dus vooral dat de randvoorwaarden goed vervuld zijn.
Op 30 maart werd in Parijs het internationaal aanvraagdossier “Traditional Irrigation in Europe: knowledge, technique and organization” officieel ingediend met de bedoeling dit gebruik een plaats te bezorgen op de Representatieve lijst van het immaterieel erfgoed van de mensheid. De graslandbevloeiing in de vloeiweiden van Lommel, het “witteren” vormt een onderdeel van dit dossier. Natuurpunt Lommel is dan ook terecht fier dat de eigen vrijwilligers deze eeuwenoude werkwijze nog steeds in ere kunnen houden. Dat dit gebruik mede gedragen wordt door andere verenigingen en instanties blijkt onder meer uit de vele steunbrieven die Natuurpunt Lommel mocht ontvangen ter ondersteuning van het aanvraagdossier, waarvoor dank.
Bij deze verenigingen was natuurlijk ook Erfgoed Lommel. Onze vereniging werkte actief mee om ervoor te zorgen dat het ‘witteren’ terecht kwam op de Vlaamse Inventaris immaterieel erfgoed. En daarmee was de basis gelegd om, samen met andere bevloeiingsprojecten doorheen heel Europa, de aanvraag in te dienen bij UNESCO.
We duimen nu en hopelijk krijgen we in oktober 2023 goed nieuws!
Voor de liefhebbers met een zwak voor het hertogdom Brabant en de late middeleeuwen is er een boeiende nieuwe website met informatie over diverse aspecten van het hertogdom: https://hertogdombrabant.nl/
Via de kaart kan je de data van de verschillende locaties raadplegen. Veel plezier met het ontdekken van de Brabantse geschiedenis.
Als je geïnteresseerd bent in de Tweede Wereldoorlog, aarzel dan niet om eens een kijkje te nemen op het online platform ‘Onder de radar’, een initiatief van de Provincie Limburg. Aan de hand van militaire luchtfoto’s uit 1944 en ‘45, zowel van het Amerikaanse als Duitse leger, kan je speuren naar overblijfselen van de oorlog in je eigen gemeente en bij uitbreiding heel Limburg.
Soms helpt het om iets vanuit een ander perspectief te bekijken. Al kom je dan ook ooit voor verrassingen te staan.
Op een paar van die militaire luchtfoto’s kan je heel duidelijk brug 9, de brug over het Kempens Kanaal in Lommel-Barrier, zien liggen. Alleen ligt ze niet helemaal waar je haar verwacht.
Op de luchtfoto (zie hieronder) zien we de houten noodbrug die gebouwd werd in 1940 en die een belangrijke rol speelde bij de bevrijding in september ‘44, waardoor zij haar bijnaam ‘Joe’s Bridge’ kreeg. Het tracé waarop deze houten noodbrug lag, bevond zich ten opzichte van het tracé van de huidige brug (zie kaartje hieronder) een paar meter verder naar het oosten, ongeveer in het verlengde van de parallelweg naast de Luikersteenweg.
De houten noodbrug – de authentieke Joe’s Bridge dus – werd omstreeks 1955 afgebroken op het ogenblik dat de huidige brug 9 gebouwd was op een tracé dat enkele meters meer westwaarts lag.
Om het verhaal van brug 9 – met drie verschillende tracé’s en verschillende verschijningsvormen – verder te ontrafelen zal er werk worden gemaakt van een artikel, spoedig te verschijnen in ons tijdschrift Te Lomelle op die Campine.